Harriëtte Pijper was dat kind dat aan de ene kant lekker buiten aan het dollen was. Bij de paarden, in de natuur, de tuin, een echt buitenkind. En aan de andere kant een meisje dat het meesterlijk vond om van zilverdraad en kralen sieraden te maken. Rijgen, buigen, draaien. Mooie dingen maken. Sieraden die ze dan net zo lief weer weggaf aan vriendinnetjes.
"Of verkocht, ik weet het niet eens meer”, lacht goudsmid Harriëtte Pijper. Ze heeft inmiddels van haar toenmalige tijdbesteding haar vak, haar ambacht, gemaakt. Maar daar zijn wel wat jaren overheen gegaan.
Laten we beginnen bij het begin. Harriëtte Pijper komt uit een ondernemersgezin. Haar ouders hadden een exportbedrijf in snijbloemen. Ze weet nog dat ze als klein meisje tijdens vakanties graag even binnenwipte bij plaatselijke boetiekjes. “Het intrigeerde me. Ik hou van mooie, bijzondere dingen. Ik hield toen al van sieraden.”
Toch trad ze in eerste instantie in de voetsporen van haar ouders. Ze volgde hen op in de bloemen. Niet de handelskant, maar ze werd bloemist. Koos dus wel meer voor de creatieve, stilistische kant van het vak, niet de export. Ze maakte daarna een korte uitstap naar een kantoorbaan, maar het was al snel duidelijk dat deze creatieve duizendpoot niet op een kantoorstoel vastgebonden kon worden.
Ze koos voor de opleiding tot goudsmid. Harriëtte Pijper heeft daarin een heel eigen stijl ontwikkeld. Het best samen te vatten als ‘stoere eenvoud’. Krachtige materialen, soms ruwe settingen, maar toch ook lieflijke vormen. “Ik vertaal de vraag van de klant en giet daar mijn eigen sausje overheen”, licht ze kort maar krachtig toe. “Ik vind het mooi als een sieraad mijn studio verlaat waarvan ik denk: ‘wauw! Dat ik dit heb mogen maken voor die klant.’ Het blijft bijzonder dat je zoiets moois mag maken voor iemand.”
Maar het komt ook vaak genoeg voor dat mensen zelf hun sieraad willen maken. In een dag. Of langer. “Ik geef workshops en cursussen. Een workshop is leuk om met vrienden, familie of je collega’s te doen. Je gaat altijd met een sieraad naar huis aan het eind van de dag. Het is een beleving om zelf eens te ervaren hoe het is om iets blijvends te maken.”
Wil je je meer verdiepen in het vak, dan is een cursus een echte aanrader. “Je gaat dan meer de diepte in. In tien lessen van 2,5 uur breng ik je eerst de basistechnieken bij. En daarna kun je zelf aan de slag.”
Verhalen achter een sieraad
Oude sieraden geven nieuw leven
“Wat ik mooi vind aan edelmetaal is dat het zo drastisch kan veranderen. Neem nu zilver, dat is niet zo hard. Je kunt het heel mooi oprekken en van structuur veranderen. Het is niet zoals klei natuurlijk, maar wel te modelleren. En ik ben van mening dat glad en industrieel, strak en organisch, allemaal naast elkaar mogen bestaan. Dat geeft een sieraad juist een eigen identiteit”, vertelt goudsmid Harriëtte Pijper.
Veel van de sieraden die ze maakt hebben een verhaal. “Sieraden uit een erfenis blijven vaak in het doosje zitten waarin je ze gekregen hebt. Weggestopt achter in een kast. Ontzettend jammer eigenlijk, want je kunt er veel meer mee. Met aanpassingen zo maken dat je ze wel mooi vindt om te dragen of omsmelten en iets heel nieuws maken.”
Beweging van de zee in een ring
Een voorbeeld van de rigoureuze stap van omsmelten is de ring Eb en Vloed, die te zien is op de Instagram-pagina van Harriëtte Pijper (goudsmidharriette). Ze schrijft erbij: ‘De bewegingen van de zee. De branding, de toppen van de golven gaan altijd door. De golftoppen vallen met een witte schuimkop om. Geremd door zandbanken vormen ze de strandlijnen en de muien. Hier dacht ik aan toen ik de ring ontwierp. Vertaald in een gouden ring met een rutielkwarts.’
Generaties familie
Ook Monique en haar man Richard zijn blij met de creatie die de goudsmid voor hen maakte. Een kinderringetje dat ze kreeg van haar ouders, de trouwring van haar man en een meer dan 120 jaar oude robijn uit de ring van oma. Die drie waardevolle herinneringen smolt Harriëtte samen tot één tastbaar sieraad aan generaties familie. “Eentje om zeker te koesteren en nu met een stoer uiterlijk.”
Boeket diamanten
Ook de twee zussen die beiden de trouwring van hun moeder wilden dragen. “Ik heb de ring letterlijk doormidden gezaagd. Door het goud daarna te verwarmen en te hameren zijn het twee grillige ringen geworden. Een superleuk resultaat en twee blije zussen.”
Nog zo’n opvallende creatie is de ring met allemaal diamantjes. Grote, kleinere. Allemaal met een eigen herinnering. Harriëtte koos ervoor om ze niet strak naast elkaar te plaatsen, maar ze als een soort boeket te arrangeren. “Strak naast elkaar waren ze niet opgevallen, dat doen ze nu wel. Veertig jaar sieraden gevangen in één ring. Een ring met een heel levensverhaal.”
Artikel in Rouw Magazine - januari 2024